ECLI:NL:CRVB:2023:1420
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging en weigering van ziekengeld door het Uwv in het kader van de Ziektewet
In deze zaak gaat het om de beëindiging van het ziekengeld van appellant per 6 augustus 2019 en de weigering van ziekengeld per 4 december 2019 door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die als AutoCAD-tekenaar werkte, was sinds 17 oktober 2016 ziek en ontving ziekengeld. Het Uwv beëindigde het ziekengeld op basis van een verzekeringsgeneeskundig onderzoek, waarbij werd geconcludeerd dat appellant geschikt was voor bepaalde functies. Appellant maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt. De rechtbank verklaarde de beroepen van appellant ongegrond, waarna hij hoger beroep instelde. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv terecht het ziekengeld had beëindigd en geweigerd, omdat er geen gewijzigde medische situatie was ten opzichte van de eerdere beoordeling. De Raad volgde de conclusies van de verzekeringsartsen en oordeelde dat appellant met zijn klachten nog steeds in staat was om de geselecteerde functies te verrichten. De Raad bevestigde de uitspraken van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellant af.