Uitspraak
22.1260 PW
OVERWEGINGEN
AIO-aanvulling in 2016 geen melding te maken van die onroerende zaak. Omdat de waarde daarvan niet duidelijk is, kan het recht op AIO-aanvulling niet worden vastgesteld. De Raad heeft in een procedure tegen dit intrekkingsbesluit op 26 april 2022 uitspraak gedaan. [1] De Raad heeft daarin geoordeeld dat appellant de inlichtingenverplichting heeft geschonden en dat de intrekking van de AIO-aanvulling met ingang van 31 juli 2016 daarom terecht was. Voor een uitgebreide weergave van de van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de uitspraak van 26 april 2022. Hij voegt daaraan hier het volgende toe.
.Voor de toetsing daarvan geldt in algemene zin het volgende. Is berust in het intrekkingsbesluit, dan zullen de in het kader van de terugvordering tegen dat oordeel gerichte gronden inhoudelijk worden beoordeeld. Is tegen het intrekkingsbesluit een rechtsmiddel aangewend, dan zal een eenvoudige herhaling van gronden tegen dat oordeel in de procedure tegen de terugvordering doorgaans onvoldoende zijn om een ander oordeel daarover te kunnen dragen. Heeft de bestuursrechter geoordeeld over het intrekkingsbesluit, en wordt in bezwaar of in beroep tegen de terugvordering volstaan met herhaling van gronden tegen dat oordeel, dan kan het bestuur in bezwaar en kan de rechter in beroep ter verwerping van die gronden volstaan met verwijzing naar het eerdere oordeel van de bestuursrechter. Is tegen het intrekkingsbesluit een rechtsmiddel aangewend, en worden in de procedure tegen de terugvordering nieuwe gronden aangevoerd tegen dat oordeel, dan moeten deze gronden inhoudelijk worden beoordeeld. [3]