ECLI:NL:CRVB:2023:1537
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering na niet voltooide wachttijd
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering door het Uwv. Appellante, die zich op 7 maart 2017 ziekmeldde, had eerder een ZW-uitkering ontvangen, maar deze was per 30 augustus 2018 beëindigd omdat zij arbeidsgeschikt was verklaard. De Raad oordeelde dat appellante de wachttijd van 104 weken voor de WIA niet had volbracht, aangezien zij niet onafgebroken arbeidsongeschikt was geweest. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen de afwijzing van het Uwv ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde dit oordeel. De Raad stelde vast dat appellante geen medische gegevens had overgelegd die de conclusie van de verzekeringsarts konden weerleggen dat zij niet gedurende de vereiste periode arbeidsongeschikt was. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de wachttijd voor het recht op een WIA-uitkering en de noodzaak van voldoende medische onderbouwing voor claims van arbeidsongeschiktheid.