Op 9 augustus 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een aanvraag van appellante voor woningaanpassingen, waaronder een in hoogte verstelbare wastafel en elektrische schuifdeuren, die door het college van burgemeester en wethouders van Venlo was afgewezen. De Raad oordeelde dat het college ten onrechte had gesteld dat de gevraagde voorzieningen al eerder waren toegekend. De rechtbank had dit niet onderkend, waardoor de Raad besloot om zelf in de zaak te voorzien. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het besluit van het college, en kende appellante de gevraagde maatwerkvoorzieningen toe. Tevens werd het college veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellante, die in totaal € 3.348,- bedragen, en het griffierecht van € 185,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak van de woningaanpassingen voor appellante, die in verband met haar gezondheidssituatie afhankelijk is van deze voorzieningen.