Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Uitspraak van de rechtbank
29 oktober 2020 hersteld is voor de maatgevende functie en er nadien geen sprake is geweest van een gewijzigde medische situatie, zoals appellante desgevraagd heeft bevestigd. Appellante heeft nog belemmeringen in het gebruik van haar rechterbeen en fysiek zware werkzaamheden moeten worden vermeden, maar deze belemmeringen zullen volgens de arts geen problemen opleveren bij de maatgevende functie, omdat het werk overwegend zittend van aard is en appellante daarin niet is beperkt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende inzichtelijk uitgelegd waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft desgevraagd toegelicht dat een beperking voor het verrichten van zittend werk zoals in de maatgevende functie niet aannemelijk gemaakt kan worden. Hij heeft daarbij verwezen naar het rapport van de arts en benadrukt dat in de maatgevende functie geen sprake is van een dwingende lichaamshouding zoals bij autorijden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft verder toegelicht dat de beperkingen van appellante geen aanleiding zijn om aan te nemen dat er sprake is van overschrijding van de belastbaarheid van appellante met de vereisten in de maatgevende arbeid. De maatgevende functie is fysiek niet zwaar. Het rapport van de GGD van 1 april 2022 leidt niet tot een ander oordeel, nu dit niet overgelegd is, van na de datum in geding is en appellante desgevraagd heeft bevestigd dat haar klachten tussen oktober en december 2021 niet zijn toegenomen.