ECLI:NL:CRVB:2023:2074
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening Wmo 2015 voor opleiding hulphond
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor de opleiding van een hulphond. Appellante, een jongere met een stoornis in het autistisch spectrum, had een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) om de opleiding van een hulphond te bekostigen. Het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch had deze aanvraag op 29 juni 2020 afgewezen, met als argument dat de bestaande maatwerkvoorzieningen, zoals ambulante begeleiding en dagbesteding, voldoende waren en dat de toegevoegde waarde van een hulphond niet was aangetoond. Na een bezwaarprocedure en een bestreden besluit van 4 augustus 2021, waarin het college zijn standpunt handhaafde, heeft appellante beroep ingesteld bij de rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde. In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de bestaande maatwerkvoorzieningen passend zijn. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de noodzaak van de hulphond. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het griffierecht wordt niet terugbetaald.