ECLI:NL:CRVB:2023:2159
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om Wlz-zorg wegens gebrek aan blijvende zorgbehoefte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CIZ. Appellante, die bekend is met verschillende psychiatrische aandoeningen, had een aanvraag ingediend voor Wlz-zorg, maar het CIZ heeft deze aanvraag afgewezen op basis van medische adviezen die concludeerden dat de grondslag verstandelijke handicap niet kon worden vastgesteld. Hoewel de grondslag psychische stoornis wel was vastgesteld, oordeelde de Raad dat er geen blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid was. De rechtbank Midden-Nederland had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor Wlz-zorg, omdat er onvoldoende bewijs was dat de beperkingen tijdens de vroege ontwikkelingsleeftijd waren ontstaan en dat er geen blijvende zorgbehoefte was. De Raad concludeerde dat appellante geen recht had op vergoeding van proceskosten en het griffierecht niet terugkreeg.