ECLI:NL:CRVB:2023:251
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk door het ontbreken van een procesbelang; toewijzing vergoeding wettelijke rente en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van procesbelang, aangezien het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een nieuwe beslissing op bezwaar volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Hierdoor bestond er feitelijk geen geschil meer tussen partijen, hoewel appellante het hoger beroep niet heeft ingetrokken.
De Raad heeft daarnaast het verzoek van appellante om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegewezen. De redelijke termijn is in deze procedure met meer dan een jaar overschreden, wat heeft geleid tot een schadevergoeding van € 1.500,-. De Raad heeft de schadevergoeding verdeeld tussen het Uwv en de Staat der Nederlanden, waarbij het Uwv € 88,24 en de Staat € 1.411,76 moet vergoeden aan appellante.
Verder is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering en tot betaling van de proceskosten van appellante, die in totaal € 5.175,75 bedragen. De Staat der Nederlanden is ook veroordeeld tot betaling van proceskosten aan appellante ter hoogte van € 209,25. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de betrokken rechters.