In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 maart 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die als gewichtsconsulent werkte, had zich op 29 september 2010 ziekgemeld vanwege psychische klachten. Het Uwv had haar per 15 juli 2011 arbeidsgeschikt verklaard, wat appellante betwistte. De Raad oordeelde dat het Uwv de medische beperkingen van appellante had onderschat en ten onrechte had aangenomen dat zij geschikt was voor haar maatgevende arbeid. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg vernietigd en het Uwv opgedragen om de beperkingen van appellante opnieuw te beoordelen en de gevolgen voor haar aanspraken te bepalen. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in deze zaak met een jaar en een maand is overschreden, wat resulteert in een schadevergoeding van € 1.500,-, waarvan een deel voor rekening van de Staat komt. De proceskosten van appellante zijn ook vergoed, met een totaalbedrag van € 4.163,56.