Uitspraak
6 augustus 2021, 20/5968 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
20 september 2022 aan appellant is tegemoetgekomen.
€ 2.743,75.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Tijdens de procedure heeft appellant het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv heeft aangegeven zich te conformeren aan het verzoek van appellant. Gezien de intrekking van het beroep, heeft de Centrale Raad van Beroep het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en het onderzoek gesloten.
De Raad heeft overwogen dat op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval is vastgesteld dat het Uwv met een besluit van 20 september 2022 aan appellant is tegemoetgekomen, wat de intrekking van het hoger beroep heeft veroorzaakt.
De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten die appellant heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep. De kosten omvatten reiskosten voor het bijwonen van de zitting bij de rechtbank en de kosten voor het inschakelen van een deskundige. De totale proceskostenveroordeling is vastgesteld op € 2.743,75, welke door het Uwv moet worden vergoed aan appellant. De uitspraak is gedaan door S. Wijna, in tegenwoordigheid van M.D.F. Smit-de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 april 2023.