Uitspraak
22 768 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
35% arbeidsongeschikt is. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 10 februari 2021 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen een rapport van 27 januari 2021 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep, een FML van 27 januari 2021 en een rapport van 2 februari 2021 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
artikel 5 van de Wet WIA sprake als hij als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van onder meer ziekte of gebrek slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur, maar niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Op grond van artikel 6, eerste lid, van de Wet WIA wordt de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig onderzoek.
Nu, gezien het voorgaande, geen aanknopingspunten bestaan om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling, ziet de Raad geen aanleiding voor het benoemen van een deskundige, zoals door appellante is verzocht.
€ 837,-).
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag van
- bepaalt dat de griffier het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 136,- aan appellante terugbetaalt.