In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juni 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen het college van burgemeester en wethouders van Den Bosch. Appellante, geboren in 1947 en bekend met een bipolaire stoornis, psoriasis en oedeem in het onderbeen, ontving individuele begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Het college had haar een maatwerkvoorziening individuele begeleiding van klasse 2 (2-3,9 uur per week) verstrekt, maar appellante betwistte de toereikendheid van deze maatwerkvoorziening. De Raad oordeelde dat het college geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van appellante, waardoor de vraag of de toegekende maatwerkvoorziening toereikend is, niet beantwoord kon worden. De Raad heeft het college opgedragen om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellante, met inachtneming van de uitspraak. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van appellante gegrond verklaard. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 3.500,- en moet het college het griffierecht van € 184,- vergoeden.