ECLI:NL:CRVB:2024:1423
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- E. Dijt
- T. Dompeling
- S.B. SmitColenbrander
- Rechtspraak.nl
Verzoek om wraking in bestuursrechtelijke procedure tegen de staatssecretaris van Defensie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juli 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om wraking van de behandelend rechter in een bestuursrechtelijke procedure. Verzoeker had eerder een verzoek tot herziening ingediend van een uitspraak van de Raad van 2 september 2022, waarin hij betrokken was bij een geschil met de staatssecretaris van Defensie. Tijdens de behandeling van het herzieningsverzoek op 24 april 2024 heeft verzoeker de behandelend rechter verzocht om getuigen op te roepen en stukken op te vragen bij de staatssecretaris. Deze verzoeken zijn door de Raad afgewezen, maar verzoeker kreeg de gelegenheid om deze verzoeken ter zitting te herhalen.
Na de zitting heeft verzoeker op 31 mei 2024 een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelend rechter, omdat hij meende dat deze vooringenomen was. Verzoeker stelde dat de behandelend rechter geen gehoor had gegeven aan zijn verzoeken en dat de overheid werd geloofd zonder dat zijn argumenten werden overwogen. De wrakingskamer heeft op 5 juli 2024 de zaak behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was, maar de behandelend rechter niet. De wrakingskamer heeft overwogen dat verzoeker meer dan vijf weken heeft gewacht met het indienen van zijn wrakingsverzoek, wat in strijd is met de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht. Hierdoor werd het verzoek om wraking niet-ontvankelijk verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing benadrukt dat een verzoek om wraking zo snel mogelijk moet worden ingediend nadat de verzoeker bekend is geraakt met de feiten die aanleiding geven tot het verzoek. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken en de relevante wettelijke bepalingen zijn in de bijlage opgenomen.