ECLI:NL:CRVB:2024:1851
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.F.E. van Olden-Smit
- S.B. SmitColenbrander
- W.R. van der Velde
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om met behoud van Wajong-uitkering buiten Nederland te gaan wonen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek van appellant om met behoud van zijn Wajong-uitkering naar Marokko te verhuizen. Appellant, die sinds 1997 een uitkering ontvangt, stelt dat hij in Marokko een medische behandeling moet ondergaan en dat hij daar in een veilige omgeving kan verblijven. Het Uwv heeft echter het verzoek afgewezen, omdat appellant geen recht heeft op de uitkering als hij in het buitenland woont. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelt dat de omstandigheden van appellant, zoals zijn sociale netwerk in Marokko en zijn gevoel van veiligheid, niet voldoende zijn om de hardheidsclausule toe te passen. De Raad benadrukt dat de medische noodzaak voor behandeling in Marokko niet is aangetoond en dat de afwijzing van het Uwv dus terecht is. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand, wat betekent dat appellant geen toestemming krijgt om met behoud van zijn Wajong-uitkering naar Marokko te verhuizen. Tevens krijgt appellant geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.