mw. mr. C.F.E. van Olden-Smit

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van het besluit tot weigering van de Wajong-uitkering, omdat er geen nieuw gebleken feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering op basis van arbeidsvermogen. Appellante kan een uur aaneengesloten werken en vier uur per dag belastbaar zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat Uwv terecht minder dan 35% arbeidsongeschiktheid heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen door verzoeker.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van de doelgroepverklaring door het Uwv terecht was, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van het besluit tot afwijzing van een Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat hij niet duurzaam arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit tot afwijzing van een Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen verwijt treft voor het weigeren van een arbeidsovereenkomst vanwege gezondheidsredenen, waardoor de opgelegde maatregel van het Uwv onterecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding; Uwv moet € 6.098,36 vergoeden aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid, met voldoende medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant beschikt over arbeidsvermogen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat niet kan worden vastgesteld of zij in de relevante periode meer dan 25% arbeidsongeschikt was.

De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om een IVA-uitkering toe te kennen aan appellant, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, o.b.v. arbeidsvermogen en aanvraagdatum.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellant; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om een Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de eerdere beslissing van het Uwv onjuist maken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellante wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, o.a. vanwege onvoldoende medische onderbouwing van toegenomen beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, oordelend dat zij over arbeidsvermogen beschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat niet kan worden vastgesteld dat zij op haar achttiende jaar duurzaam geen arbeidsvermogen had.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank terecht de beroepen tegen de WIA- en ZW-uitkeringen ongegrond verklaarde, maar het hoger beroep tegen de herziening en terugvordering van de ZW-uitkering slaagt. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit inzake Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van appellant tot € 5.180,73 na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante heeft arbeidsvermogen niet verloren binnen vijf jaar na achttiende verjaardag.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat het bestreden besluit ongewijzigd is gebleven en appellant geen financieel belang meer heeft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de belastingschade over 2014 en 2015 niet voor vergoeding in aanmerking komt. Appellant krijgt geen schadevergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om Wajong-uitkering naar Bonaire af; geen zwaarwegende redenen voor hardheidsclausule.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; geen duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 58,96% en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellante wegens laattijdige aanvraag en onvoldoende bewijs van arbeidsvermogen op achttiende verjaardag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van Wajong-uitkering aan appellante na zorgvuldig onderzoek door Uwv en laattijdige aanvraag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling door het Uwv is toereikend bevonden.

De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van het besluit tot het toekennen van een Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn en geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering van appellant, die in 2002 was ingetrokken. De herlevingstermijn van vijf jaar blijft van toepassing, en er zijn geen bijzondere omstandigheden die een uitzondering rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Wajong-uitkering van appellante per 1 december 2021, omdat er geen rechtsgrond was voor de toekenning. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in WIA-zaak; Uwv moet € 3.628,- aan proceskosten en € 182,- aan griffierecht vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij geschikt is voor eigen werk ondanks medische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering en kent schadevergoeding van € 1.500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van Wajong-weigering; geen nieuwe relevante feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden. Proceskostenvergoeding aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de Wajong-uitkering van betrokkene terecht heeft herzien, maar de hoogte van de terugvordering niet goed heeft gemotiveerd. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ten onrechte ZW-uitkering weigerde aan werkneemster na zwangerschapsgerelateerde klachten. Werkneemster krijgt recht op uitkering per 9 november 2020.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat zijn gebrek aan arbeidsvermogen niet duurzaam was op zijn achttiende verjaardag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van de ZW-uitkering aan betrokkene per 25 november 2019, oordelend dat de beoordeling van arbeidsongeschiktheid breder moet zijn dan alleen de laatste werklocatie.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 17 mei 2021, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en de geselecteerde functies passend zijn.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de ingangsdatum van de IVA-uitkering op 15 maart 2020 terecht heeft vastgesteld, zonder bijzondere omstandigheden.