ECLI:NL:CRVB:2024:695
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van besluit tot intrekking en terugvordering van bijstand
In deze zaak gaat het om een verzoek om terug te komen van het oorspronkelijke besluit tot intrekking en terugvordering van bijstand. Appellant heeft in 2015 bijstand ontvangen, maar deze is ingetrokken omdat hij medewerking aan een huisbezoek heeft geweigerd. In 2022 heeft appellant een verzoek om herziening ingediend, maar dit is afgewezen omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat, hoewel het oorspronkelijke besluit onmiskenbaar onjuist is, de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk is. De Raad weegt hierbij het tijdsverloop en de rechtszekerheid mee. Appellant heeft te lang gewacht met het indienen van het verzoek, waardoor het college niet in staat is om nader onderzoek te doen naar de situatie van appellant. De rechtbank heeft het beroep tegen de afwijzing van het herzieningsverzoek ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.