ECLI:NL:CRVB:2025:1000
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van een dwangsom door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een bestuurlijke boete die aan appellante is opgelegd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De minister had in een besluit van 13 januari 2023 het bezwaar van appellante tegen de boete ongegrond verklaard en een dwangsom toegekend wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar. Appellante betwistte de datum van bekendmaking van het besluit en stelde dat het besluit pas op 18 januari 2023 was ontvangen, terwijl de minister stelde dat het besluit op 13 januari 2023 was verzonden. De Raad heeft geoordeeld dat de minister aannemelijk heeft gemaakt dat het besluit op de juiste datum ter bezorging aan PostNL is aangeboden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de dwangsom correct was vastgesteld. Appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten en griffierecht, omdat het hoger beroep niet slaagde.