ECLI:NL:CRVB:2025:1161
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Wolfrat
- J.T.H. Zimmerman
- D.H. Harbers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om immateriële schadevergoeding wegens niet onderbouwde stress door onjuiste bijstandsnorm
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante, die vanaf 6 juli 2000 bijstand ontving, was het niet eens met de toepassing van de kostendelersnorm door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Dit leidde tot een verzoek om immateriële schadevergoeding, omdat zij stelde grote stress te hebben ervaren door de onjuiste bijstandsnorm. De rechtbank had het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen onrechtmatig besluit was vastgesteld en de appellante haar claim niet had onderbouwd.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 24 juni 2025, waar de appellante werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J. Ruijs, en het college door mr. L. Hugenholtz. De Raad oordeelde dat de appellante niet had aangetoond dat zij daadwerkelijk schade had geleden door de toepassing van de kostendelersnorm. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding was voor vergoeding van immateriële schade. De appellante kreeg geen proceskostenvergoeding en het betaalde griffierecht werd niet vergoed.