ECLI:NL:CRVB:2025:1492
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van uitspraak wegens schending van fundamentele procesrechten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 oktober 2025 uitspraak gedaan over de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van 2 juli 2025, geregistreerd onder nummer 24/247 ZW. De aanleiding voor deze vervallenverklaring was een schending van fundamentele (proces)rechten, zoals vastgelegd in artikel 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in verbinding met artikel 8:108 van de Awb. Het intern onderzoek van de Raad heeft aangetoond dat een e-mailbericht van appellant, gedateerd 31 december 2024, wel was ontvangen maar niet correct was verwerkt. Dit e-mailbericht bevatte een reactie op een brief van het Uwv van 27 november 2024 en een nadere beslissing van 19 november 2024, maar was niet opgenomen in het dossier. Hierdoor heeft de Raad ten onrechte uitspraak gedaan zonder deze belangrijke informatie in overweging te nemen.
De zaak was eerder behandeld op 14 november 2024, maar de Raad had op 2 juli 2025 het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen het nadere besluit van het Uwv ongegrond verklaard. Na een verzoek van de gemachtigde van appellant, mr. M. Görsültürk, om herziening van de uitspraak, hebben partijen geen bezwaar gemaakt tegen de vervallenverklaring. De Raad heeft geconcludeerd dat de eerdere uitspraak niet op de juiste wijze tot stand is gekomen, wat heeft geleid tot de beslissing om deze uitspraak te vervallen te verklaren. De zaak zal nu door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.