ECLI:NL:CRVB:2025:1506
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wajong-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante. Appellante had eerder een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was afgewezen op basis van het oordeel dat zij arbeidsvermogen had. Appellante stelde dat haar situatie was veranderd en dat zij nu duurzaam geen arbeidsvermogen meer had. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had geweigerd om terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. De Raad volgde de deskundige die had geconcludeerd dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam was, en dat er behandelmogelijkheden waren die verbetering konden brengen. Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 1.500,- aan appellante. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, met verbetering van gronden, en de weigering van de Wajong-uitkering bleef in stand.