ECLI:NL:CRVB:2025:1555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van bezwaren wegens laattijdige indiening in het kader van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van bezwaren van appellante, die te laat bezwaar had gemaakt tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Oldambt. Appellante ontving bijstand op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2021. Het college had eerder besluiten genomen om de bijstand in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen, omdat appellante de gevraagde controlegegevens niet had ingeleverd. Appellante maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar diende haar bezwaarschrift pas op 29 november 2023 in, wat buiten de wettelijke bezwaartermijn viel. De Raad oordeelde dat er geen grond was voor het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. De Raad bevestigde dat bij de toepassing van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht sprake is van een gebonden bevoegdheid, wat betekent dat als het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, het bezwaar niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De belangenafweging die appellante voorstelde, werd door de Raad niet relevant geacht, omdat de termijnoverschrijding vaststond. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.