In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante, werkzaam bij de politie, had zich na de aanmeldingstermijn aangemeld voor het overgangsbeleid dat uitzicht biedt op een seniorfunctie. De korpschef van politie had haar aanvraag afgewezen, omdat zij zich niet binnen de gestelde termijn had aangemeld. Appellante stelde dat zij niet goed geïnformeerd was over het overgangsbeleid en dat zij, indien zij alle informatie had gehad, zich tijdig had aangemeld. De Raad oordeelde echter dat er geen sprake was van onjuiste of onvolledige informatieverstrekking door de korpschef. De aanmeldingstermijn was duidelijk en de korpschef had voldoende informatie verstrekt over het overgangsbeleid. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van de korpschef ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. Hierdoor blijft de afwijzing van de aanvraag van appellante in stand, en krijgt zij geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.