Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
Algemene wet bestuursrecht
1. Verrekening van een geldschuld met een bestaande vordering geschiedt slechts voor zover in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien.
4. De schuldenaar is niet bevoegd tot verrekening voor zover beslag op de vordering van de schuldeiser nietig zou zijn.
Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen
Artikel 1 Definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
(...)
a. het bedrag dat wordt teruggevorderd op grond van de artikelen 24 van de AKW, 53 van de Anw, 24 van de AOW, 34 van de IOW, 20 van de TW, 36 van de WW, 3:16 en 3:27 van de WAZO, 2:59 of 3:56 van de Wajong, 63 van de WAZ, 57 van de WAO, 77 van de Wet WIA, of 33 van de ZW;
q.
aflossingscapaciteit:het deel van het inkomen van de schuldenaar dat met inachtneming van de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan worden aangewend voor betaling of verrekening van de vordering;
Artikel 3 Standaard regeling voor uitstel van betaling
1. Het UWV en de SvB stellen de termijn waarvoor uitstel van betaling wordt verleend, alsmede de daaraan verbonden periodieke betalingen of verrekeningen, vast na overleg met de schuldenaar en met inachtneming van dit artikel, tenzij:
a. de vordering een bestuurlijke boete betreft;
b. de onverschuldigde betaling het gevolg is van een gedraging waarvoor aan de schuldenaar een bestuurlijke boete is opgelegd;
c. de onverschuldigde betaling het gevolg is van een gedraging waarvan het UWV of de SVB aangifte heeft gedaan of waarvan proces-verbaal is opgemaakt en ingezonden; of
d. de vordering het gevolg is van het niet nakomen van de inlichtingenverplichting. (…)
2. Het Uwv en de Svb verlenen uitstel van betaling voor ten hoogste 36 maanden. De geldschuld wordt gedurende die periode in termijnen ter hoogte van de volledige aflossingscapaciteit betaald of verrekend.
7. Indien toepassing van dit artikel tot een kennelijk onredelijk resultaat leidt kan het UWV of de SvB van het eerste tot en met zesde lid afwijken.
Artikel 4 Regeling voor uitstel van betaling bij schending inlichtingenplicht
1. Het UWV en de SVB stellen in de uitzonderingsgevallen genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met d, de termijn waarvoor uitstel van betaling wordt verleend, alsmede de daaraan verbonden periodieke betalingen of verrekeningen, vast na overleg met de schuldenaar en met inachtneming van dit artikel.
2. De periodieke betalingen of verrekeningen worden door het UWV en de SVB zodanig vastgesteld dat gebruik wordt gemaakt van de volledige aflossingscapaciteit van de schuldenaar.
6. Artikel 3, zevende lid, is van overeenkomstige toepassing op dit artikel.
Participatiewet (tekst 1 januari 2022)
Artikel 21. Normen 21–pensioengerechtigde leeftijd
Voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd is de norm per kalendermaand, indien het betreft:
a. een alleenstaande of een alleenstaande ouder zonder kostendelende medebewoners: € 1.308,45;
b. gehuwden waarvan beide echtgenoten jonger zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd, zonder kostendelende medebewoners: € 1.869,21.