ECLI:NL:CRVB:2025:304
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Lagas
- B. Serno
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van schriftelijke berisping wegens het delen van vertrouwelijke informatie uit een politieonderzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een disciplinaire straf van schriftelijke berisping die aan appellant is opgelegd wegens het delen van vertrouwelijke informatie uit een lopend politieonderzoek. Appellant, werkzaam bij de politie sinds 1975, heeft op 1 oktober 2019 een strafrechtelijk onderzoek ondergaan naar de verdenking van schending van het ambtsgeheim. Het Openbaar Ministerie heeft vastgesteld dat er sprake was van schending, maar heeft de zaak geseponeerd en geadviseerd om het disciplinair af te handelen. Na een zorgvuldig disciplinair onderzoek heeft de korpschef appellant op 6 mei 2020 een disciplinaire straf opgelegd, die later is gewijzigd in een schriftelijke berisping. De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat appellant heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat appellant de verweten gedraging heeft begaan, namelijk het delen van vertrouwelijke informatie met een derde. De Raad oordeelt dat de korpschef terecht heeft vastgesteld dat dit plichtsverzuim oplevert en dat de opgelegde schriftelijke berisping niet onevenredig is aan het gepleegde plichtsverzuim. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af, waardoor de schriftelijke berisping in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.