ECLI:NL:CRVB:2025:516
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling verzoek tot beperkte kennisneming van documenten in hoger beroep inzake WW-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van verzoeker tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Kara, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 20 november 2024. Tijdens de procedure heeft het Uwv documenten ingediend en verzocht om beperkte kennisneming van deze documenten op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft de documenten bekeken en moest afwegen of de weigering van kennisneming gerechtvaardigd was. Het Uwv stelde dat openbaarmaking van de documenten het risico met zich meebracht dat mensen hun gedrag zouden aanpassen, wat de effectiviteit van het toezicht zou ondermijnen. De Raad oordeelde echter dat de redenen van het Uwv niet voldoende gewicht hadden om de kennisneming te beperken. De Raad heeft besloten dat het verzoek tot beperkte kennisneming niet gerechtvaardigd is en heeft bepaald dat de documenten aan het Uwv worden teruggezonden. Tevens is het Uwv opgedragen om binnen twee weken een ongeschoonde versie van de documenten aan de Raad toe te sturen.