Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
,laatstelijk berekend naar een mate van invaliditeit van 25%.
Het oordeel van de Raad
.Naar aanleiding van het bezwaar heeft de bezwaarverzekeringsarts nogmaals het medische dossier bestudeerd. Dat de bezwaarverzekeringsartsen uit de medische gegevens niet de conclusie hebben getrokken die appellant voor ogen stond, maakt niet dat het onderzoek onzorgvuldig is. De Raad ziet dan ook geen aanknopingspunten voor het standpunt van appellant dat de zorgvuldigheid vereiste dat de staatssecretaris een second opinion moest laten uitvoeren.
.Het dienstverband voor zijn hartklachten is al in 2014 afgewezen. Ten aanzien van de stelling van appellant, dat zijn hartklachten te relateren zijn aan de PTSS, is in het rapport van de bezwaarverzekeringsarts vermeld dat ook door de psychiatrisch deskundige het causale verband van deze klachten met de psychische gesteldheid niet zonder meer gelegd kan worden. Er zijn duidelijke andere risicofactoren aanwezig, zoals een familiaire belasting, hypercholesterolemie, overgewicht, roken vanaf het 25e levensjaar en een verhoogde bloeddruk. Verder wordt vermeld dat ook de door appellant ingeschakelde medisch adviseur Krol twijfels heeft geuit over de relatie tussen de hartklachten en de PTSS, vanwege onder meer het overgewicht van appellant dat al vóór de militaire dienst bestond. Zolang nog niet bewezen is dat stress in overwegende of belangrijke mate leidt tot het ontstaan van hart- en vaatziekten is volgens de bezwaarverzekeringsarts geen verband aannemelijk tussen chronische stress en hart- en vaatziekten. In de in hoger beroep door de staatssecretaris ingebrachte rapportage heeft de verzekeringsarts dit standpunt onderschreven en daaraan toegevoegd dat hart- en vaatziekten niet vaker voorkomen bij mensen met een PTSS dan bij mensen zonder psychische aandoeningen. Ook wordt het effect van chronische stress – overigens zonder wetenschappelijk bewijs – vaak genoemd als een mogelijke risicofactor voor hartklachten in een rij van vele andere risicofactoren, zodat dit volgens de verzekeringsarts ten hoogste in enige mate van invloed zou kunnen zijn op de vaatwandziekte van appellant.