ECLI:NL:CRVB:2025:668
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 april 2025 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 1 september 2022. De verzoeker, woonachtig in Marokko, had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die zijn verzoek om een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) had afgewezen. De Raad heeft in zijn eerdere uitspraak het hoger beroep ongegrond verklaard en de beslissing van de rechtbank bevestigd.
De verzoeker heeft op 26 oktober 2024 een verzoek tot herziening ingediend, waarin hij stelt dat hij ziek is en niet in staat is om te werken. Hij is het niet eens met de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en vraagt om een herziening van de eerdere uitspraak. De Raad heeft echter vastgesteld dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die vóór de eerdere uitspraak bekend hadden kunnen zijn.
Volgens artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een onherroepelijke uitspraak alleen worden herzien op basis van feiten die niet eerder bekend waren en die, indien ze bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad concludeert dat het verzoek om herziening niet is bedoeld voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar om onjuistheden in eerdere uitspraken te corrigeren. Daarom heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.