ECLI:NL:CRVB:2025:683
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep in WIA-zaak met verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 20/2971 WIA. De zaak betreft een verzoek om schadevergoeding en proceskostenveroordeling na intrekking van het hoger beroep. Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar tegemoet is gekomen aan haar bezwaren. De Raad heeft de proceskosten die appellante heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en hoger beroep vastgesteld op € 3.912,56, inclusief kosten voor rechtsbijstand en deskundigen. Daarnaast is de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, vastgesteld op € 2.000,-. De Raad heeft ook bepaald dat het Uwv het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van € 177,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door M.E. Fortuin, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier.