ECLI:NL:CRVB:2025:804
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wajong-uitkering op basis van arbeidsvermogen en basale werknemersvaardigheden
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellant een Wajong-uitkering toe te kennen. Appellant, geboren in 1992, heeft op 20 januari 2022 een aanvraag ingediend, waarbij hij stelde dat hij duurzaam geen arbeidsvermogen had. Het Uwv heeft echter geconcludeerd dat appellant wel over basale werknemersvaardigheden beschikt en daarom arbeidsvermogen heeft. De rechtbank Den Haag heeft het bezwaar van appellant ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 16 april 2025. De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het Uwv de aanvraag van appellant terecht heeft afgewezen. De Raad volgt de conclusie van het Uwv dat appellant, ondanks zijn beperkingen, in staat is om basale werknemersvaardigheden te tonen. De Raad wijst het verzoek van appellant om een onafhankelijke deskundige te benoemen af, omdat er geen twijfel bestaat aan de medische beoordeling van het Uwv. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn af. De totale procedure heeft niet langer dan vier jaar geduurd, waardoor de redelijke termijn niet is overschreden.