ECLI:NL:CRVB:2025:998
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- M.A.H. van Dalen-van Bekkum
- C.C.M. van ‘t Hol
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding in verband met ontzegging van toegang tot opvang afgewezen
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 2 juli 2025, wordt het hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding behandeld. Appellant had schadevergoeding gevraagd vanwege de tijdelijke ontzegging van de toegang tot de opvang, die hem en zijn gezin was opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. De ontzegging vond plaats op basis van ongewenst gedrag en duurde oorspronkelijk van 2 mei 2020 tot 15 mei 2020, maar werd later herzien naar drie dagen. De rechtbank had het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat appellant onvoldoende bewijs had geleverd dat de ontzegging ernstige gevolgen had gehad voor zijn gezinsleven, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de ontzegging een legitiem doel diende en dat de inbreuk op het gezinsleven van appellant beperkt was. De Raad concludeert dat er geen sprake is van een schadevergoedingsplicht, omdat appellant niet heeft aangetoond dat hij psychische schade heeft geleden. De Raad bevestigt de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding en kent geen proceskostenvergoeding toe aan appellant.