ECLI:NL:GHAMS:2002:AE2198
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Dutmer
- Rechtspraak.nl
Recht op aftrek van werkelijke woon-werk reiskosten voor militair in loondienst
In deze zaak gaat het om de vraag of de belanghebbende, een militair, recht heeft op aftrek van werkelijke woon-werk reiskosten. De belanghebbende was van 29 januari 1996 tot 1 september 2000 in loondienst bij het Ministerie van Defensie en werkte gedurende een bepaalde periode op een kazerne te Q, waarna hij in R (Duitsland) werkzaam was. Gedurende de weekenden verbleef hij bij zijn ouders in Z, waar hij een kamer had. De belanghebbende stelt dat hij woonachtig was in Z en recht heeft op aftrek van de reiskosten die hij maakte van Z naar Q en R.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat, zelfs als Z als de woonplaats van de belanghebbende wordt beschouwd, het verblijf op de kazerne van belang is voor de reiskostenaftrek. Het Hof stelt dat een ongehuwde, meerderjarige belastingplichtige in beginsel verblijf houdt op de plaats waar hij het grootste deel van zijn tijd doorbrengt. In dit geval concludeert het Hof dat de belanghebbende tot en met 31 augustus 1996 nog in Z woonde en dat de reiskosten van Z naar Q aftrekbaar zijn als beroepskosten.
Het Hof verklaart het beroep gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en de beschikking van de inspecteur, en gelast de inspecteur een aanslag inkomstenbelasting vast te stellen op basis van een belastbaar inkomen van € 17.851. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende. De uitspraak is gedaan op 16 april 2002 door mr. Dutmer, lid van de belastingkamer, en is ter openbare zitting uitgesproken.