ECLI:NL:GHAMS:2004:AR5033
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Kemmers
- mr. Boersma
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing op kwijtscheldingsverzoek en invorderingskosten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 oktober 2004 uitspraak gedaan in het beroep van een belanghebbende tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, gedateerd 21 juli 2003, betreffende een verzoek om kwijtschelding van lokale heffingen. De belanghebbende had op 2 juni 1998 een verzoek om kwijtschelding ingediend, dat op 20 mei 1999 was afgewezen. Na een aantal juridische stappen, waaronder een beroep bij de b&w, werd het verzoek op 21 juli 2003 deels afgewezen en deels buiten behandeling gesteld. De belanghebbende ontving op 13 september 2003 tien aanmaningen voor onbetaalde aanslagen onroerende zaakbelasting en kreeg op 13 oktober 2003 drie dwangbevelen van de belastingdeurwaarder. De belanghebbende maakte bezwaar tegen de in rekening gebrachte aanmaningskosten en de kosten van de dwangbevelen, maar deze bezwaren werden afgewezen door de verweerder.
Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet-ontvankelijk was in haar beroep tegen de beslissing op het verzoek om kwijtschelding, omdat deze beslissing geen voor bezwaar vatbare beschikking was. Het Hof benadrukte dat de belanghebbende zich tot de burgerlijke rechter kon wenden als zij meende dat het kwijtscheldingsbeleid onjuist was toegepast. Wat betreft de kosten van vervolging oordeelde het Hof dat de belanghebbende ontvankelijk was in haar beroep, maar dat de kosten in rekening gebracht door de verweerder gerechtvaardigd waren. Het Hof verminderde de kosten voor het dwangbevel en gelastte de gemeente Amsterdam het griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. Boersma, en is openbaar uitgesproken.