ECLI:NL:GHAMS:2005:AV0719
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.E. van Zandwijk-Hillebrands
- J.A.M. de Wit
- R.C. Gisolf
- Rechtspraak.nl
Beoordeling alimentatieplicht na kort huwelijk met bijzondere omstandigheden
In deze zaak gaat het om de alimentatieplicht na een kort huwelijk tussen een man en een vrouw, die in Marokko zijn gehuwd. De vrouw kwam in januari 2004 naar Nederland, maar heeft de echtelijke woning na slechts één nacht verlaten en is bij familie gaan wonen. De man stelt dat de vrouw niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar alimentatieverzoek, omdat zij het huwelijk enkel zou zijn aangegaan om legaal in Nederland te kunnen verblijven. Hij betwist zijn draagkracht en stelt dat de vrouw geen behoefte heeft aan een uitkering, omdat zij door haar familie wordt onderhouden.
De vrouw betwist deze claims en stelt dat zij volledig afhankelijk is van haar familie. Tijdens de zitting in hoger beroep is het huwelijk als gearrangeerd aangeduid, en de advocaat van de vrouw kon niet verklaren waarom zij de man na één dag heeft verlaten. Het hof oordeelt dat de onderhoudsverplichting tussen gewezen echtgenoten voortvloeit uit de levensgemeenschap die door het huwelijk is ontstaan, maar dat in dit geval de bijzondere omstandigheden, zoals de korte duur van het samenzijn en het ontbreken van eigen inkomsten van de vrouw in Marokko, meebrengen dat er geen significante lotsverbondenheid is ontstaan.
Het hof concludeert dat de man, die een bescheiden inkomen heeft en verantwoordelijk is voor de zorg van zijn twee kinderen, niet in staat is om een alimentatiebijdrage te betalen. Daarom wordt het verzoek van de vrouw tot vaststelling van een uitkering tot haar levensonderhoud afgewezen. De beslissing van de rechtbank wordt vernietigd en het hof wijst het verzoek van de vrouw af, waarbij de beschikking uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.