ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ9426
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.M. van Amsterdam
- M.J. Leijdekker
- A.P.M. van Rijn
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het anoniementarief bij ontbrekende handtekening op loonbelastingverklaring
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de naheffingsaanslag loonbelasting en de opgelegde vergrijpboete aan belanghebbende, een uitzendbureau. De inspecteur van de Belastingdienst had een naheffingsaanslag opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998, omdat in de loonadministratie een niet-ondertekende loonbelastingverklaring was opgenomen. De inspecteur stelde dat zonder handtekening niet kon worden vastgesteld dat de gegevens afkomstig waren van de werknemer, wat in strijd was met artikel 28 van de Wet op de loonbelasting 1964. De rechtbank had eerder de naheffingsaanslag verminderd, maar het Hof oordeelde dat de inspecteur terecht het anoniementarief had toegepast, omdat de handtekening ontbrak. Het Hof benadrukte dat de handtekening essentieel is om de identiteit van de werknemer vast te stellen en dat zonder deze handtekening de gegevens niet als geldig konden worden beschouwd. De boete van 25% van het nageheven bedrag werd ook bevestigd, omdat belanghebbende lichtvaardig had gehandeld door de niet-ondertekende verklaring in de administratie op te nemen. Het Hof concludeerde dat de inspecteur terecht had gehandeld en verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond.