ECLI:NL:GHAMS:2010:BM8029
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- P.H. van Ginkel
- M.M. Olthof
- R.J.J. van Acht
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van advocaat voor ondeugdelijke prestatie in bouwgeschil
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 25 mei 2010, gaat het om de aansprakelijkheid van een advocaat, [appellant], die [geïntimeerden] bijstond in een bouwgeschil. [geïntimeerden] had een overeenkomst van aanneming van werk gesloten met Bouw- en Aannemingsbedrijf [A] B.V. voor de verbouwing van zijn huis. De oplevering van het werk was gepland voor week 51 van 2002, maar door vertragingen en problemen met de uitvoering heeft [geïntimeerden] de overeenkomst ontbonden. De Raad van Arbitrage voor de Bouw oordeelde dat de ontbinding niet rechtsgeldig was, omdat er geen ingebrekestelling was gedaan. [geïntimeerden] stelde vervolgens [appellant] aansprakelijk voor de schade die hij had geleden door de tekortkomingen in de rechtsbijstand.
Het hof oordeelt dat artikel 6:89 van het Burgerlijk Wetboek ook van toepassing is op de situatie waarin een advocaat een ondeugdelijke prestatie levert. Het hof stelt vast dat [geïntimeerden] tijdig had moeten klagen over de gebrekkige prestatie van [appellant]. De rechtbank had eerder geoordeeld dat [appellant] een beroepsfout had gemaakt, maar het hof laat [appellant] toe tot bewijslevering om aan te tonen dat [geïntimeerden] te laat heeft geklaagd. Het hof benadrukt dat de klachtplicht van [geïntimeerden] van groot belang is voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van [appellant].
De beslissing van het hof houdt in dat [appellant] bewijs moet leveren van zijn stelling dat [geïntimeerden] niet tijdig heeft geklaagd. Het hof heeft de verdere beoordeling aangehouden en zal op een later moment beslissen over de aansprakelijkheid van [appellant].