ECLI:NL:GHAMS:2012:2597

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2012
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
106.004.023-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake aanvullend voorschot deskundige in geschil tussen Twice-O B.V. en Delta Lloyd Schadeverzekering N.V.

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Twice-O B.V. tegen de naamloze vennootschappen Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. en Nieuwe Hollandsche Lloyd Schadeverzekeringmaatschappij N.V. Het hof heeft op 9 oktober 2012 een tussenarrest gewezen in het kader van een geschil over de toekenning van een aanvullend voorschot voor deskundigenkosten. Eerder, op 28 februari 2012, had het hof al een tussenarrest gewezen waarin het de deskundigen had verzocht om aanvullende rapportages. De deskundige [X] had in een brief van 31 juli 2012 aangegeven dat de eerder vastgestelde voorschotten niet toereikend waren om aan de nieuwe opdrachten te voldoen, en verzocht om een aanvullend bedrag van € 1.275,68 inclusief btw. Het hof heeft dit verzoek opgevat als een verzoek om toekenning van een aanvullend voorschot en partijen in de gelegenheid gesteld hun mening te geven. Twice-O heeft hierop niet gereageerd, terwijl de verzekeraars hebben aangegeven dat zij de additionele kosten niet voor hun rekening kunnen nemen.

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de veronderstelling dat de eerder begrote voorschotten toereikend zouden zijn, niet juist was. De deskundige [X] was inmiddels werkzaam bij een andere werkgever die niet bereid was de additionele kosten te dekken. Het hof heeft geoordeeld dat het aantal uren dat de deskundige heeft besteed aan de reactie op de brief van Twice-O niet bovenmatig was en heeft het verzoek om toekenning van het aanvullende voorschot in zijn geheel toegewezen. Het hof heeft bepaald dat Twice-O dit bedrag moet deponeren bij de griffie van het hof en dat de deskundige pas na betaling van het voorschot met de afronding van het aanvullende deskundigenbericht kan beginnen. De zaak is verwezen naar de rol van 20 november 2012 voor verdere behandeling.

Uitspraak

9 oktober 2012
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TWICE-O B.V.,
gevestigd te Haarlem,
APPELLANTE,
advocaat:
mr. B.J.H. Cranste Amsterdam,
t e g e n
1. de naamloze vennootschap DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de naamloze vennootschap NIEUWE HOLLANDSCE LLOYD SCHADEVERZEKERINGMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
GEÏNTIMEERDEN,
advocaat:
mr. W.A.M. Rupertte Rotterdam.

1.Het geding in hoger beroep

1.1
De partijen worden hierna wederom aangeduid als Twice-O respectievelijk de verzekeraars.
1.2
Het hof heeft in deze zaak op 28 februari 2012 een (vierde) tussenarrest gewezen. Voor het verloop van het geding in hoger beroep tot die datum wordt naar dat arrest verwezen.
1.3
Bij dat arrest heeft het hof aan de door het hof benoemde deskundigen [Y] en [X] ter completering van de door hen reeds uitgebrachte deskundigenrapporten een aantal verzoeken gedaan en vragen gesteld.
1.4
Bij brief van 31 juli 2012 is namens de deskundige [X] te kennen gegeven dat de bij de tussenarresten van 2 februari 2010 en 21 september 2010 reeds bepaalde voorschotten niet toereikend zijn om ook aan de nadere opdrachten van het hof te voldoen. Verzocht is betaling van een nader bedrag van € 1.275,68 inclusief btw.
1.5
Het hof heeft voormeld verzoek opgevat als een verzoek om toekenning van een aanvullend voorschot en partijen in de gelegenheid gesteld hun mening daarover te geven. Van Twice-O is geen reactie ontvangen. De verzekeraars hebben bij brief van 20 augustus 2012 te kennen gegeven dat de additionele kosten niet voor hun rekening kunnen worden gebracht.

2.Beoordeling

2.1
In het tussenarrest van 28 februari 2012 is het hof ervan uitgegaan dat de reeds begrote voorschotten toereikend zouden zijn om de met de completering van de rapporten gemoeide kosten te dekken.
2.2
In de brief van 31 juli 2012 is uiteengezet dat die veronderstelling ten aanzien van de deskundige [X] niet juist is. Er rest geen budget meer en de deskundige is inmiddels werkzaam bij een andere werkgeefster, die niet bereid is de additionele kosten voor haar rekening te nemen. Met het reageren op de brief van Twice-O van 18 juli 2012 (de in de derde alinea van de brief van 31 juli 2012 genoemde datum 19 juli 2012 is een kennelijke verschrijving), waarin deze haar standpunt uiteen heeft gezet en verzoeken heeft gedaan, is een tijd gemoeid van acht uren à € 134,= exclusief btw.
2.3
Gelet op de uitgebreidheid van de brief van Twice-O van 18 juli 2012 en de veelheid van de daarin gedane verzoeken acht het hof het opgegeven aantal uren niet bovenmatig. Ook kan, gelet daarop, niet meer worden gezegd dat het reeds begrote voorschot geacht moet worden daarvoor toereikend te zijn. Die omstandigheid, in samenhang met de complicatie dat de deskundige thans voor een andere werkgeefster werkzaam is, geeft het hof aanleiding het verzoek om toekenning van een aanvullend voorschot in zijn geheel toe te wijzen.
2.4
In overeenstemming met de beslissing over de betaling van het voorschot in de tussenarresten van 2 februari 2010 en 21 september 2010 dient Twice-O ook het aanvullende voorschot voor haar rekening te nemen.
2.5
In hun brief van 20 augustus 2012 hebben de verzekeraars aangevoerd dat zij menen dat Twice-O de discussie nodeloos compliceert en “uitspint” en aldus onnodige kosten veroorzaakt, die voor rekening van Twice-O moeten blijven. Ook hebben zij het hof verzocht in deze de regie over te nemen.
2.6
Over de vraag wie uiteindelijk de kosten van het deskundigenbericht zal moeten dragen kan het hof thans nog geen uitspraak doen. Die beslissing zal moeten worden genomen als de rapportage geheel gereed is en partijen zich daarover in de procedure hebben kunnen uitlaten. Bij de beslissing over de verdeling van de kosten zal niet alleen de uitkomst van het geding, maar ook de wederzijdse proceshouding in aanmerking kunnen worden genomen (artikel 237 lid 1 Rv, laatste volzin).
2.7
In de brief van 31 juli 2012 is namens de deskundige medegedeeld dat deze naar eigen inzicht en waar mogelijk zal reageren op de brief van 18 juli 2012 en naar beste weten zal reageren op daarin gedane specifieke verzoeken. Dat is de juiste benadering en het hof ziet geen aanleiding de deskundige op dit moment van nadere instructies te voorzien.
2.8
De afronding van het nadere deskundigenbericht door de deskundige [X] is door de onderhavige kwestie vertraagd. Het hof zal daarom een nieuwe datum bepalen voor het indienen van het nadere deskundigenbericht.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat de griffier een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
bepaalt dat de deskundige [X] een bedrag groot € 1.275,68 inclusief btw als aanvullend voorschot toekomt;
bepaalt dat Twice-O vóór 23 oktober 2012 als aanvullend voorschot voor de kosten van de deskundige een bedrag van € 1.275,68 ter griffie van het hof zal deponeren door overmaking op rekeningnummer 56.99.90.505 van de Royal Bank of Scotland, ten name van Ministerie van Justitie MvJ ontvangsten Gerechtshof Amsterdam, onder vermelding van “aanvullend voorschot deskundige, zaak Twice-O/Delta Lloyd, code 80 51 H, zaaknummer 106.004.023/01”;
bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van het aanvullende voorschot de deskundige daarvan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met de afronding van het aanvullende deskundigenbericht behoeft te beginnen;
bepaalt dat de deskundige vóór 20 november 2012 zijn aanvullende deskundigenbericht ter griffie van dit hof zal inleveren;
verwijst de zaak daartoe naar de rol van 20 november 2012;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, M.M.M. Tillema en E.J.H. Schrage en in het openbaar door de rolraadsheer uitgesproken op 9 oktober 2012.