Uitspraak
mr. B.J.H. Cranste Amsterdam,
mr. W.A.M. Rupertte Rotterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Twice-O B.V. tegen de naamloze vennootschappen Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. en Nieuwe Hollandsche Lloyd Schadeverzekeringmaatschappij N.V. Het hof heeft op 9 oktober 2012 een tussenarrest gewezen in het kader van een geschil over de toekenning van een aanvullend voorschot voor deskundigenkosten. Eerder, op 28 februari 2012, had het hof al een tussenarrest gewezen waarin het de deskundigen had verzocht om aanvullende rapportages. De deskundige [X] had in een brief van 31 juli 2012 aangegeven dat de eerder vastgestelde voorschotten niet toereikend waren om aan de nieuwe opdrachten te voldoen, en verzocht om een aanvullend bedrag van € 1.275,68 inclusief btw. Het hof heeft dit verzoek opgevat als een verzoek om toekenning van een aanvullend voorschot en partijen in de gelegenheid gesteld hun mening te geven. Twice-O heeft hierop niet gereageerd, terwijl de verzekeraars hebben aangegeven dat zij de additionele kosten niet voor hun rekening kunnen nemen.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de veronderstelling dat de eerder begrote voorschotten toereikend zouden zijn, niet juist was. De deskundige [X] was inmiddels werkzaam bij een andere werkgever die niet bereid was de additionele kosten te dekken. Het hof heeft geoordeeld dat het aantal uren dat de deskundige heeft besteed aan de reactie op de brief van Twice-O niet bovenmatig was en heeft het verzoek om toekenning van het aanvullende voorschot in zijn geheel toegewezen. Het hof heeft bepaald dat Twice-O dit bedrag moet deponeren bij de griffie van het hof en dat de deskundige pas na betaling van het voorschot met de afronding van het aanvullende deskundigenbericht kan beginnen. De zaak is verwezen naar de rol van 20 november 2012 voor verdere behandeling.