Uitspraak
mr. M.C. van Rijswijkte Amsterdam,
mr. I.M.C.A. Reinders Folmerte Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep inzake bestuurdersaansprakelijkheid. De appellanten, bestaande uit meerdere besloten vennootschappen en hun bestuurders, hebben in een eerdere procedure een tussenarrest ontvangen op 2 oktober 2012. In dit arrest werd vastgesteld dat de appellanten verzuimd hadden om de laatste akte van hun zijde in acht te nemen, wat aanleiding gaf tot een aanvulling van het tussenarrest. De kern van de zaak draait om de facturering door de vennootschap Etirc aan Riro Ventures. Het hof oordeelt dat, behoudens tegenbewijs van de appellanten, moet worden aangenomen dat Etirc sinds medio 2008 niet meer heeft gefactureerd aan Riro Ventures. De appellanten hebben geen bewijs geleverd van betalingsonmacht van Riro Ventures, waardoor het hof deze stelling niet kan honoreren. Het hof concludeert dat de appellanten, als bestuurders van Etirc, verantwoordelijk zijn voor het niet factureren en innen van de kosten van de Consultants, wat heeft geleid tot een situatie waarin Etirc niet in staat was om aan haar verplichtingen te voldoen. Dit wordt gekwalificeerd als onbehoorlijke taakvervulling, waarvoor de appellanten persoonlijk ernstig te verwijten valt. De omvang van de schade die hierdoor is ontstaan, wordt geschat op bijna 2,7 miljoen euro voor de periode van medio 2008 tot april 2009, en ongeveer 500.000 euro voor 2007. Het hof staat de appellanten toe om tegenbewijs te leveren tegen de stelling dat Etirc niet meer heeft gefactureerd. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting van 12 maart 2013 voor het inbrengen van een contra-expertiserapport, waarna de Consultants kunnen reageren. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.