Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. M.E. Zweerste Amsterdam,
mr. E. van der Hoedente Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van een appellant tegen de stichting Woonstichting Lieven de Key. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.E. Zweers, had eerder een tussenarrest ontvangen op 10 april 2012, waarin het hof oordeelde dat de stichting voldoende bewijs had geleverd dat de appellant niet zijn hoofdverblijf in de woning had. De appellant werd toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. In de daaropvolgende procedures werden getuigen gehoord, waaronder de kinderen van de appellant en enkele andere getuigen. De verklaringen van de getuigen waren echter niet eenduidig en boden onvoldoende steun voor de stelling van de appellant dat hij zijn hoofdverblijf in Nederland had. Het hof merkte op dat de appellant zelf niet als getuige was verschenen, wat de situatie bemoeilijkte. De getuigenverklaringen gaven geen duidelijkheid over de verblijfplaats van de appellant, en er waren twijfels over de wijze van huurbetalingen. Uiteindelijk concludeerde het hof dat de appellant er niet in was geslaagd het bewijs van de stichting te ontzenuwen. Het hof bekrachtigde de eerdere vonnissen en veroordeelde de appellant in de kosten van het hoger beroep.