Uitspraak
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.Feiten
Grief Ihoudt in dat de kantonrechter onder 2.2 ten onrechte heeft vastgesteld dat op de factuur is vermeld dat de voorwielen zijn uitgebalanceerd. [appellante] merkt in haar toelichting met juistheid op dat het stuk waarop de kantonrechter kennelijk doelt (productie 1 bij de inleidende dagvaarding) niet staat dat de wielen zijn uitgebalanceerd, maar: “voorwielen balanceren”. In het midden kan blijven of dat stuk een opdrachtbevestiging is en/of een factuur. Voor het overige bestaat over de vastgestelde feiten geen geschil, zodat ook het hof daarvan zal uitgaan.
3.Beoordeling
grieven II tot en met XIkunnen gezamenlijk worden besproken. Zij strekken, kort gezegd, ten betoge dat de kantonrechter ten onrechte de koopovereenkomst - onder toepassing van art. 7:22 BW - heeft ontbonden op de grond dat het stuur van de auto trilt tijdens het rijden en herstel en vervanging onmogelijk zijn. Het hof oordeelt als volgt.
grief XIIgeen bezwaren heeft geuit tegen de wijze waarop de kantonrechter - weliswaar in het kader van de ontbinding, maar dat maakt geen principieel verschil - heeft berekend welk bedrag [appellante] aan [geïntimeerde] diende te betalen, kan de veroordeling van [appellante] tot betaling van € 10.419,= aan [geïntimeerde] in stand blijven. Voormelde grief behoeft (verder) geen bespreking.
Grief XIII, die anders betoogt, faalt dan ook. Tot een veroordeling van [geïntimeerde] tot terugbetaling aan [appellante] van wat zij hem uit hoofde van het bestreden vonnis heeft betaald bestaat geen aanleiding, zodat deze vordering zal worden afgewezen.