Uitspraak
mr. P.C.M. Ouwens, te Spijkenisse,
mr. A.T. Eisenmann, te Amstelveen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van de buitenlandse vennootschap [X](IRELAND) LIMITED tegen [geïntimeerde]. Het hof heeft op 22 oktober 2013 een tussenarrest uitgesproken, na eerder op 22 januari 2013 een tussenarrest te hebben gegeven. In het tussenarrest heeft het hof [X] de gelegenheid geboden om bij akte de eindafrekeningen van Capital Effect en Triple Effect in het geding te brengen, inclusief de berekening van de restschuld die [geïntimeerde] aan [X] moet betalen, alsook de datum waarop de wettelijke rente verschuldigd is.
[X] heeft als productie 5 de eindafrekeningen ingediend, waaruit blijkt dat [geïntimeerde] nog € 1.624,14 aan [X] moet betalen voor Triple Effect en € 1.455,72 voor Capital Effect. [geïntimeerde] heeft echter betwist dat [X] bewijsstukken heeft overgelegd die de opbrengst van de verkoop van de aandelen onderbouwen. Het hof heeft geconstateerd dat de betwisting van [geïntimeerde] onvoldoende is toegelicht en gaat hieraan voorbij. Tevens heeft [geïntimeerde] in zijn antwoordakte na tussenarrest aangegeven dat hij na de eindafrekeningen nog bedragen aan Dexia heeft voldaan, ter onderbouwing waarvan hij rekeningafschriften heeft overgelegd.
Het hof heeft besloten om [X] in de gelegenheid te stellen te reageren op de stellingen van [geïntimeerde] en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. De zaak is verwezen naar de rol van 19 november 2013 voor een akte aan de zijde van [X].