ECLI:NL:GHAMS:2013:5225
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake overeenkomst tot aanneming van werk en verzuim
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem, waarin de kantonrechter de vordering van [appellante] heeft afgewezen. [appellante] vorderde betaling van een bedrag van € 3.589,06 van [geïntimeerde], die zij beschouwde als aannemer van werkzaamheden aan haar garage. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een overeenkomst tot aanneming van werk, omdat de werkzaamheden niet waren afgerond en er onvoldoende bewijs was dat er een dergelijke overeenkomst was gesloten. [geïntimeerde] betwistte dat er een aannemingsovereenkomst was en stelde dat hij slechts een vriendendienst had verleend. Het hof heeft in hoger beroep de feiten opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat er wel degelijk een overeenkomst tot aanneming van werk was, maar dat [appellante] niet in staat was om te bewijzen dat [geïntimeerde] in verzuim was. Het hof concludeerde dat [appellante] niet deugdelijk in gebreke had gesteld en dat er geen verzuim aan de zijde van [geïntimeerde] was. Daarom werd het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en werd [appellante] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.