ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ9673
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige fouillering en bewijsuitsluiting in strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte was aangehouden op een dance-event, waar een securitymedewerker had waargenomen dat hij een pakketje overhandigd kreeg. De politie heeft de verdachte gefouilleerd en vond daarbij 20 pillen XTC en een kleine hoeveelheid cocaïne. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de fouillering onrechtmatig was, omdat er geen redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit zou zijn. Het hof oordeelde echter dat de observatie van de securitymedewerker voldoende grond bood voor een redelijk vermoeden van schuld, en dat de fouillering dus rechtmatig was. Het hof benadrukte dat zelfs als de fouillering onrechtmatig zou zijn geweest, dit niet automatisch zou leiden tot bewijsuitsluiting van de aangetroffen drugs. Dit is in lijn met de recente rechtspraak van de Hoge Raad, die stelt dat bewijsuitsluiting alleen aan de orde is als er sprake is van een ernstige schending van rechtsbeginselen of een belangrijk strafvorderlijk voorschrift. Het hof wees ook een verzoek van de verdediging om getuigen te horen af, omdat de verdachte niet in zijn verdedigingsbelang was geschaad door deze afwijzing. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.