Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grieven 1 en 2richten zich tegen onderdelen 3 en 9 van de feitenvaststelling door de kantonrechter. Het hof heeft die onderdelen bij zijn eigen feitenvaststelling buiten beschouwing gelaten. Gelet hierop, maar ook overigens kunnen de grieven niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden.
grieven 4 en 5richten zich in de kern tegen het oordeel van de kantonrechter dat bij de beoordeling van het ontslag op staande voet niet van belang is of de diefstal uit bagage en postzakken als diefstal of als poging tot diefstal in strafrechtelijke zin kan worden aangemerkt. Deze grieven falen. Uit het partijdebat blijkt dat partijen het begrip ‘diefstal’, dat als ontslaggrond is gehanteerd, in verschillende zin hebben bedoeld en opgevat. [appellant] heeft in eerste aanleg en in zijn memorie van grieven dit begrip opgevat in strafrechtelijke zin (en is van oordeel dat nu hij van diefstal is vrijgesproken dit er aan in de weg staat diefstal als ontslaggrond te hanteren), terwijl Olympia hiermee klaarblijkelijk bedoelde het bewust in strijd met de geldende regelingen bagage en/of postzakken meenemen (naar een donkere plek), en/of deze te openen en te doorzoeken. De omstandigheid dat [appellant] door de strafrechter, die gebonden is aan de bewoordingen van de tenlastelegging (waarin opvalt dat niet subsidiair poging tot diefstal
uitbagage en/of (poging tot) verduistering in dienstbetrekking is opgenomen) is vrijgesproken van het hem - op het op dit feitencomplex betrekking hebbende - tenlastegelegde brengt slechts mee dat hetgeen in die strafzaak is ten laste gelegd niet is bewezen, maar staat er niet aan in de weg dat de rechter in de onderhavige civielrechtelijke procedure tot het oordeel komt dat het door Olympia gestelde en als diefstal aangeduide feitencomplex komt vast te staan. Indien de door Olympia gestelde feiten komen vast te staan, leveren die naar het oordeel van het hof een dringende reden op voor ontslag op staande voet, nu [appellant] niet heeft betwist dat het meenemen en doorzoeken in strijd met de geldende regels was. Of een en ander geleid heeft tot daadwerkelijke ontvreemding van goederen is niet relevant. Juist omdat voor Olympia niet te controleren valt of haar werknemers bij het doorzoeken van postzakken en bagage iets ontvreemden - het betreft immers eigendommen van derden - mag zij de zware sanctie van ontslag op staande voet stellen op het - expliciet verboden - doorzoeken van postzakken en bagage.
4.Beslissing
uiterlijk op 4 april 2014 schriftelijk en onder opgave van de verhinderdata van alle voornoemde betrokkenen in de periode van 1 mei 2014 tot 1 augustus 2014 aan het (enquêtebureau van het) hof dient te verzoeken een nieuwe datum te bepalen;