ECLI:NL:GHAMS:2014:1377

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 april 2014
Publicatiedatum
23 april 2014
Zaaknummer
200.136.247/01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep tegen ongegrond verklaard verzet in notariële zaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kamer voor het notariaat in 's-Hertogenbosch. Klager, een appellant uit Nuenen, had eerder een klacht ingediend tegen de notaris, die op 28 mei 2013 door de plaatsvervangend voorzitter van de kamer niet-ontvankelijk was verklaard. Klager heeft hiertegen verzet aangetekend, maar dit verzet werd op 21 oktober 2013 door de kamer ongegrond verklaard. Klager heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 99 lid 13 van de Wet op het notarisambt, dat bepaalt dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de kamer tot ongegrondverklaring van het verzet. Het hof heeft vastgesteld dat er geen essentiële vormen zijn geschonden tijdens de behandeling van het verzet en dat er geen aanleiding is voor nader onderzoek of het horen van getuigen. De aanvullende onderdelen van klagers klacht in hoger beroep zijn buiten behandeling gelaten, omdat het hof zich alleen kan baseren op de zaak zoals deze in eerste aanleg is behandeld. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.136.247/01 NOT
nummer eerste aanleg : KLN 12.18
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 22 april 2014
inzake
[appellant],
met woonplaats te Nuenen,
appellant,
tegen
[geïntimeerde],
notaris te Nuenen,
geïntimeerde.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Van de zijde van appellant (hierna: klager) is bij een op 29 oktober 2013 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort ‘s-Hertogenbosch (hierna: de kamer) van 21 oktober 2013.
Bij genoemde beslissing heeft de kamer het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 28 mei 2013 ongegrond verklaard.
1.2.
De notaris heeft geen verweerschrift ingediend.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 3 april 2014. Klager en de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd, beiden aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnota’s.

2.Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.Ontvankelijkheid

3.1.
Klager heeft bij brief van 22 augustus 2012 bij de kamer een klacht ingediend tegen de notaris. De plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft bij beslissing van 28 mei 2013 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Tegen die beslissing heeft klager tijdig verzet ingesteld bij de kamer. Na onderzoek van de klacht heeft de kamer bij beslissing van 21 oktober 2013 het verzet ongegrond verklaard.
3.2.
Artikel 99 lid 13 Wna bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de kamer tot ongegrondverklaring van het verzet. Dat brengt mee dat klager in zijn hoger beroep niet kan worden ontvangen. Gesteld noch gebleken is dat bij de behandeling van het verzet essentiële vormen niet in acht zijn genomen, op grond waarvan in andere zin zou moeten worden beslist.
3.3.
Er is geen aanleiding voor nader onderzoek met betrekking tot de klacht en dus evenmin voor het horen van getuigen.
3.4.
De onderdelen waarmee klager zijn klacht in hoger beroep heeft aangevuld, moeten buiten behandeling blijven omdat het hof alleen de zaak, zoals die in eerste aanleg aan de orde is geweest, opnieuw in volle omvang beoordeelt.
3.5.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan onbesproken blijven omdat het niet kan leiden tot een andere beslissing.

4.Beslissing

Het hof verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Deze beslissing is gegeven door mrs. W.J.J. Los, A.M.A. Verscheure en A.A. van Berge en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 22 april 2014 door de rolraadsheer.