3.1.Het gaat in deze zaak, voor zover thans nog van belang, om het volgende.
( i) [geïntimeerde] heeft ingevolge daartoe strekkende koopovereenkomsten van 15 november en 15 december 2000 bij notariële akte van 15 december 2000 voor de ontwikkeling en realisering van een (woning)bouwplan een perceel[adres] – kadastraal bekend gemeente Hillegom, sectie A, nummer 7599, groot 6.67.80 hectare – in eigendom overgedragen aan [X] Projectontwikkeling B.V. (verder: [X]), thans geheten[Y] Projectontwikkeling B.V. (verder:[Y]). Genoemd perceel is nadien opgedeeld in drie percelen met de nummers 8840, 8841 en 8727. De feitelijke levering van het perceel heeft plaatsgevonden op 1 september 2002 zoals in artikel 3 lid 1 van genoemde akte is bepaald.
(ii) In die akte wordt voorts in artikel 2 lid 3 bepaald:
“Het verkochte wordt met inachtneming van het hierna in artikel 3 bepaalde aanvaard in de feitelijke staat, waarin het zich ten tijde van het tot stand komen van de koopovereenkomst bevond, met al hetgeen daartoe naar verkeersopvatting behoort, vrij van huur, pacht of andere gebruiksrechten ten behoeve van derden. Het voortgezet gebruik van verkoper als zorgvuldig schuldenaar na het tot stand komen van de koopovereenkomst tot aan het tijdstip van aflevering wordt geacht geen wijziging te hebben gebracht in de feitelijke staat van het verkochte.”
(iii) Artikel 3 lid 1 van die akte luidt als volgt:
“De feitelijke levering (aflevering) van het verkochte vindt plaats op een september tweeduizend twee (01 september 2002).”
(iv) Artikel 3 (eerste) lid 2 van die akte bepaalt:
“Verkoper mag het gebruik van het verkochte ook na (…) (1 september 2002) om niet voortzetten, zolang koper het verkochte ter realisering van haar doeleinden, hiervoor omschreven, niet nodig heeft, zonder dat verkoper daartoe tot enigerlei vergoeding, onder welke benaming ook, ten behoeve van koper is gehouden. Koper dient jegens verkoper daartoe een schriftelijke opzeggingstermijn van vijftien (15) maanden in acht te nemen.”
( v) Artikel 3 lid 3 van die akte luidt als volgt:
“Verkoper verbindt zich jegens koper erop toe te zien dat het verkochte vanwege het voortgezet gebruik (door een pachter(s)) als een zorgvuldig huisvader geschiedt.”
(vi) Artikel 5 aanhef en sub b van die akte bepaalt als volgt:
“Verkoper garandeert het navolgende:
(…)
b. het verkochte is per de datum van de feitelijke oplevering als hiervoor vermeld onder artikel 2 lid 3 [bedoeld wordt artikel 3 lid 1: toev. hof] geheel leeg en ontruimd en niet in gebruik bij derden.”
(vii) [geïntimeerde] en [X] zijn tevens een nabetalingsregeling overeengekomen, die inhoudt dat wanneer [X] vóór 31 december 2015 ter plaatse haar woningbouwplan kan realiseren, [geïntimeerde] recht heeft op een nabetaling. Tot zekerheid van de nakoming van deze nabetalingsverplichting heeft [X] een hypotheekrecht verstrekt aan [geïntimeerde] voor een bedrag van in hoofdsom € 2.272.758,=.
(viii) Bij notariële akte van 12 juni 2001 heeft [X] aan [Z] Hillegom B.V., thans Lake Property geheten, in eigendom overgedragen – andermaal voor de ontwikkeling en realisering van een (woning)bouwplan – de oostelijke helft van voornoemd perceel 7599, welke helft thans de percelen 8840 en 8841 uitmaakt. De hiervoor onder (ii) tot en met (vii) weergegeven bepalingen maken, mutatis mutandis, eveneens deel uit van deze akte.
(ix) Bij overeenkomst van 31 juli 2004 heeft [geïntimeerde] voornoemd perceel 7599 voor een termijn van vijf jaar verpacht aan [A] (verder: [A]) tegen een pachtprijs van € 30.850,= per jaar. Bij geliberaliseerde pachtovereenkomst van mei 2008 heeft [geïntimeerde] perceel 7599 voor zes jaar, van 31 juli 2008 tot 31 juli 2014, aan [A] verpacht tegen een pachtprijs van wederom € 30.850,= per jaar. Deze overeenkomst is goedgekeurd door de Grondkamer.
( x)[Y] heeft na 15 december 2000 de eigendom behouden van de westelijke helft van perceel 7599, dat inmiddels is vernummerd tot perceel 8727.