Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“Bijgaand zend ik U in deze een grosse met het verzoek deze te betekenen aan gedaagden beiden gevestigd op Amstelboulevard 86 te 1096 HJ Amsterdam en de incasso ter hand te nemen. Gedaagden hebben op 27 februari 2009
E 5.000,-- voldaan die in mindering strekt op de hoofdsom. De door ontvangen bedragen dienen overgeschreven worden op bankrekeningnummer [bankrekening], t.n.v. mr. [voorletters]. [appellant]. postbus [nr], [postcode] [woonplaats].”
“Uw opdracht wordt door ons aanvaard en zal worden uitgevoerd onder toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [X] & [Y] Gerechtsdeurwaarders, gedeponeerd ter Griffie van de rechtbank te Amsterdam. Een exemplaar wordt u op aanvraag toegezonden. (...)”
“Deze tarieven zijn van toepassing indien de opdrachtgever behoort tot de categorie tussenpersonen, waaronder worden verstaan advocaten en (...) Onder werkzaamheden die verband houden met ambtelijke werkzaamheden moeten worden verstaan: (...)- de afwikkeling van executoriale titels. (...) Voor de afwikkeling van een executoriale titel komt de opdrachtnemer een vergoeding toe van 3,75% over de geïncasseerde en de opdrachtgever toekomende bedragen, met een minimum van Eur. 35,00 ongeacht aan wie de betalingen hebben plaatsgevonden. (...)”
“Afgelopen woensdag 12 mei jl. hebben wij een hernieuwd bevel aan de wederpartijen uitgebracht aangezien het meer dan een jaar geleden was dat het vonnis is betekend en wettelijk is bepaald dat het niet langer dan een jaar geleden mag zijn dat het vonnis is betekend alvorens beslag op de onroerende zaken te mogen leggen. Van mijn telefoniste begreep ik dat er wederom een betaling is gedaan?
“Met betrekking tot bovengenoemde zaak deelde u ons mee dat de wederpartij in totaal € 46.000,00 aan uw klient zal voldoen, waarmee verdere executiemaatregelen zijn komen te vervallen. (...)”[X] & [Y] heeft [appellant]
3.Beoordeling
grief Ibetoogt [appellant] dat hij met zijn opdracht aan [X] & [Y] om de grosse te betekenen en de incasso ter hand te nemen niets anders heeft en kan hebben bedoeld dan betekening van de grosse met een bevel tot betaling, nu immers in een standaardexploot altijd staat vermeld dat aan de betekende executoriale titel moet worden voldaan. Een ander argument is dat onder incassowerkzaamheden daarbij (slechts) wordt verstaan het aanschrijven van een debiteur tot betaling en bij het uitblijven daarvan het aanspannen van een incassoprocedure. Die procedure had echter al plaatsgevonden en geleid tot het vonnis. Dat vonnis kon slechts door een deurwaarder worden betekend met bevel tot betaling. Het stond [X] & [Y] voorts niet vrij om “overeen te komen” dat zij een percentage diende te ontvangen over de gelden die na betekening van de grosse waren voldaan. [appellant] stelt, zoals hij ook in
grief IIIdoet, dat het desbetreffende artikel 9 van de algemene voorwaarden ziet op ambtshandelingen, dat hij daartoe slechts opdracht had gegeven en dat [X] & [Y] niet meer kosten in rekening mocht brengen dan wettelijk daaromtrent is toegestaan, noch kosten in rekening mocht brengen voor diensten waar hij geen gebruik van heeft gemaakt.
IV) richt zich tegen de beslissing van de kantonrechter om datgene wat [appellant] bij conclusie van dupliek aangaande de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [X] & [Y] naar voren heeft gebracht als tardief aangevoerd niet in zijn overwegingen te betrekken. [appellant] betwist dat deze algemene voorwaarden van toepassing zijn omdat de enkele verwijzing in een brief naar die voorwaarden, met de aantekening dat deze op de opdracht van toepassing zijn, daartoe onvoldoende is. Ook overige omstandigheden om toepasselijkheid aan te nemen, zoals het bepaalde in artikel 6:234 lid 2 BW, ontbreken volgens hem.
ter hand te nemen”. Redelijkerwijs kon [appellant] niet van een andere opvatting dan die van [X] & [Y] omtrent zijn opdracht uitgaan, zodat zijn stellingen op dit punt van de hand moeten worden gewezen.
verband houdenmet ambtelijke werkzaamheden, en dus niet die ambtelijke werkzaamheden zelf betreffen.
“In deze kunt u uw werkzaamheden staken! Uw declaratie ad E 171,96 is heden voldaan.”Bedoelde declaratie bevindt zich ook bij de stukken en betreft een factuur van 25 februari 2009 ter zake de betekening van twee dagvaardingen inzake Daniel Holding/Museum Hotel. Onvoldoende onderbouwd en aannemelijk is gezien die omschrijving en de datum ervan dat deze factuur ziet op de werkzaamheden waartoe [appellant] [X] & [Y] opdracht had gegeven bij brief van 18 maart 2009. Dat [X] & [Y] de mededeling in die brief in de door [appellant] bedoelde zin had moeten opvatten kan dan ook niet worden gezegd. Nu [X] & [Y] na 13 mei 2009 nog diverse malen aan [appellant] om instructies heeft verzocht en het voor [appellant] dus ook duidelijk moest zijn dat bedoelde brief voor [X] & [Y] geen aanleiding is geweest om de incassowerkzaamheden te staken, had het op de weg van [appellant] gelegen [X] & [Y] ondubbelzinnig te kennen te geven dat zij haar werkzaamheden met betrekking tot die incasso diende te beëindigen. [appellant] heeft dat echter nagelaten.