Uitspraak
mr. W.H. van Barente Amsterdam,
mr. J.M. van Slootente Amsterdam.
1.Het geding in hoger beroep
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord in principaal appel, tevens houdende memorie van grieven in
2.De feiten
3.De beoordeling
“Taxes”: “
The Employer will keep you whole (US) with tax differential if any”(hierna ook: de clausule). De arbeidsovereenkomst van [geïntimeerde] met Draka bevat (onder 4.2) eenzelfde bepaling. Volgens Draka moet de clausule zo worden uitgelegd dat zij de in Nederland door [geïntimeerde] verschuldigde loonbelasting voorschiet (want afdraagt, maar niet op zijn salaris kan inhouden, nu de feitelijke salarisbetaling en dienovereenkomstige belastingafdracht in de VS plaatsvindt), dat [geïntimeerde] in de VS op basis van de in Nederland voor hem afgedragen loonbelasting Foreign Tax Credits (hierna: FTC) ontvangt en deze FTC vervolgens voor het bedrag van de door Draka voorgeschoten loonbelasting aan Draka doorbetaalt. [geïntimeerde] stelt dat de clausule - tegen de achtergrond ook van voornoemde uitlating van[X] - zo begrepen moet worden, althans zo door hem is begrepen en ook begrepen heeft mogen worden, dat Draka de Nederlandse belasting betaalt, dat hij de Amerikaanse belasting betaalt en het Amerikaanse belastingvoordeel (de FTC) behoudt. Vaststaat (als door [geïntimeerde] gesteld en niet door Draka betwist) dat [geïntimeerde] - anders dan de andere expats bij Draka, die jaarlijks zo’n verzoek kregen en wier arbeidsovereenkomsten overigens een andere keep whole-formulering kennen (althans destijds kenden) dan die in de arbeidsovereenkomsten van [geïntimeerde] - nimmer van Draka of Draka US (die zorgdroeg voor de salarisbetaling in de VS) het verzoek heeft gekregen opgave te doen van de door hem verkregen FTC en/of tot afdracht van die FTC. Vaststaat eveneens dat [geïntimeerde] nimmer enige bedrag aan FTC aan Draka of Draka US heeft betaald.
is tax equalized or not. (..). Draka US is not aware of any return payment of the US federal and state tax (..). If a tax refund is granted based on his personal tax return in principe it should be remitted to Draka US (if tax equalized). (..)”.
and to make the compensation adjustment” op had kunnen vertrouwen dat [geïntimeerde] de door hem ontvangen FTC aan Draka zou afdragen (memorie van grieven sub 2.11 onder (iii)) volgt het hof haar daarin niet, nu [geïntimeerde] dat afdoende heeft betwist: hij stelt dat met de hiervoor geciteerde zinsnede gedoeld is op de Foreign Earned Income Exclusion and Housing Allowance die [geïntimeerde] in de VS kon opvoeren (productie 12 [geïntimeerde], 1e aanleg). In het op verzoek van Draka opgestelde KPMG-memorandum (productie 4 [geïntimeerde]/productie 12 Draka, steeds 1e aanleg) valt te lezen dat [geïntimeerde] een dergelijk beroep inderdaad heeft gedaan (zie Exhibit 1 onder 4).
“Please note that we have always been in contact with[Y] (..) with regard to this”(productie 23 [geïntimeerde], 1e aanleg). Met [Y] wordt - stelt [geïntimeerde] en dat is door Draka niet weersproken -[Y] bedoeld. Als hem kort daarna ook gegevens over 2008 worden gevraagd laat [geïntimeerde] Deloitte weten:
Once the obligations laid down above have been fulfilled”in de kwijtingsbepaling, geldt dat ook dat beroep haar niet kan baten: in de overeenkomst valt namelijk in de aan de kwijtingsbepaling voorafgaande bepalingen geen verplichting van [geïntimeerde] te lezen die tot onderwerp heeft (in welke bewoording dan ook) dat hij door hem ontvangen FTC aan Draka moet afdragen. Met name kan een dergelijke (in de becijfering van Draka) zeer omvangrijke verplichting niet worden opgemaakt uit de door Draka onder 2.42 van haar memorie van grieven onder (i) en (ii) genoemde elementen. Het aldaar onder (iii) genoemde aspect komt hierna onder 3.15 aan de orde.
Grief 4 in principaal beroepstrandt daarop. Hetzelfde geldt voor
grief 5 in principaal beroepvoor zover ook daarin erover wordt geklaagd dat de rechtbank de clausule niet heeft uitgelegd. Waar niet gezegd kan worden dat de clausule geen enkele onduidelijkheid schept, had Draka - als meest belanghebbende daarbij - er verstandig aan gedaan zich ervan te vergewissen dat partijen met betrekking tot die betekenis op één lijn zaten. Dat heeft zij - zo blijkt uit deze zaak - alle jaren dat [geïntimeerde] bij haar in dienst was nagelaten.
grief 5 in principaal beroepziet op het passeren van het bewijsaanbod omtrent “de tussen partijen gemaakte afspraken” over de FTC faalt die dan ook. Waar in de toelichting op die grief ook nog de klacht wordt geuit dat Draka in eerste aanleg onvoldoende gelegenheid heeft gekregen op het rapport van prof. dr[naam] te reageren, faalt die klacht reeds op de grond dat een dergelijke omissie - zou die zich al hebben voorgedaan - in hoger beroep (waarin die gelegenheid immers alsnog bestaat) niet meer speelt.
Grief 8 in principaal beroepbetreft het door de rechtbank bepaalde percentage van de wettelijke verhoging (25%). Het hof ziet in de in dit verband door Draka aangevoerde omstandigheden geen aanleiding tot een ander percentage te komen. De grief faalt.
“[geïntimeerde] zich - na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst - richting de fiscus op het standpunt stelde dat hij geen loonbelasting in Nederland hoefde te betalen”, dat dit
“tot forse bruteringskosten heeft geleid”en dat dit de achtergrond is voor de IB-aanslag 2007 (memorie van antwoord in incidenteel appel sub 2.5) blijkt niet uit voornoemde brief van Deloitte: daarin wordt er immers (p.2, tweede bullit) juist van uitgegaan dat er nog
“tax equalization settlements”opgesteld zullen worden, die tot betaling door [geïntimeerde] aan Draka van door [geïntimeerde] terugontvangen Amerikaanse belasting zouden leiden (kortom: het in deze procedure verdedigde standpunt van Draka). In de brief van Deloitte staat dat het belastbaar inkomen van [geïntimeerde] over 2007 € 1.024.731,- bedroeg. Dat dit niet klopt (want het bedrag is waarbij rekening is gehouden met de omstandigheid dat [geïntimeerde] geen loonbelasting in Nederland betaalde) heeft Draka niet gemotiveerd aangevoerd en zou ook haaks staan op vorenbedoelde passage in de brief van Deloitte. Wel heeft Draka zich in dit verband beroepen op een citaat uit een niet overgelegd stuk van KMPG (memorie van antwoord in incidenteel appel sub 2.5), maar een gemotiveerde betwisting van hetgeen in de brief van Deloitte staat leest het hof daarin niet, nog afgezien van het feit dat bedoeld stuk niet is overgelegd. Gelet voorts op het over 2007 afgedragen bedrag aan loonbelasting ad € 307.884,- (dat laag afsteekt bij de over 2006 en 2009 afgedragen loonbelasting, ook als de teruggave over 2006 daarbij wordt betrokken: zie het KPMG-memorandum, p.5), ziet het hof geen aanleiding er niet van uit te gaan dat de onderhavige aanslag enkel ziet op ten onrechte niet eerder afgedragen loonbelasting over het salaris c.a. van [geïntimeerde].
vermeerdering van eiseen vordering ingesteld met betrekking tot de [geïntimeerde] opgelegde IB-aanslag 2008, Draka in de vorm van een vordering voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] voor die aanslag (met eventuele verhogingen, boetes en rentes) aansprakelijk is en [geïntimeerde] in de vorm van een vordering tot veroordeling van Draka tot betaling van € 552.367,- netto, te vermeerderen met rente, boete en invorderingskosten. Het hof overweegt als volgt.
substantieel meer Nederlandse belastingschuld opgaf bij de Amerikaanse fiscus dan de loonbelasting die Draka had voorgeschoten” (memorie van antwoord in incidenteel appel sub 2.7 onder (i)), volstaat het hof met de constatering dat in het KPMG-memorandum een dergelijke opmerking (behoudens over 2008) niet wordt gemaakt. De over 2008 (volgens dit memorandum) aan de Amerikaanse fiscus opgegeven loonbelasting bedroeg USD 527.843,- (ruim minder dan het uiteindelijke totaal-bedrag over 2008). Mogelijk kan de omstandigheid dat de in eerste instantie door Draka betaalde loonbelasting van € 131.520,- evident te kort schoot dit door KMPG geconstateerde verschil over 2008 verklaren. Een voor deze zaak relevante omstandigheid acht het hof een en ander niet.
“legal costs in connection with the separation to be paid by the company on basis of a direct invoice of Stibbe”. Anders dan [geïntimeerde] acht het hof een redelijke uitleg van die bepaling dat de door Draka te betalen kosten beperkt zijn tot de kosten die (aan de zijde van [geïntimeerde]) gemoeid zijn geweest met de onderhandelingen over de overeenkomst. De (advocaat)kosten van [geïntimeerde] die voortkomen uit het feit dat partijen na het sluiten van de overeenkomst een geschil hebben gekregen omtrent de uitleg daarvan kunnen redelijkerwijs daaronder niet worden begrepen. De grief faalt.
op de voor de beëindigingsovereenkomst gebruikelijke wijze”) Waar het hier niet gaat om reguliere salarisbetalingen (gebaseerd op de arbeidsovereenkomst), maar om betalingen op grond van de overeenkomst, bestaat voor de door de rechtbank bepaalde betalingswijze geen grond, aldus Draka.
Grief 2 in incidenteel beroepricht zich tegen het oordeel van de rechtbank dat voor de wijze van uitbetaling van (iv) de beëindigingsvergoeding ad € 531.738,- (met wettelijke rente) de bepaling terzake in de overeenkomst heeft te gelden: “
in the most tax efficïent manner, provided this is in accordance with tax laws and does not cause extra costs”. [geïntimeerde] wijst erop dat deze bepaling ten gunste van [geïntimeerde] strekte en dat het in ieder geval in zijn belang is dat ook de betaling van deze vergoeding via de payroll loopt.
vermeerdering van eis van [geïntimeerde], naast de IB-aanslag 2008, ook op ziet - hoe dan ook moeten worden aangepast. Dat die vordering niet toewijsbaar zou zijn, omdat die ziet op Draka US, is onjuist. [geïntimeerde] vordert terzake immers dat Draka veroordeeld wordt om te bewerkstelligen dat die formulieren door Draka US worden aangepast. Niet valt in te zien dat een zodanige vordering niet zou kunnen worden toegewezen.