2.1De kantonrechter heeft in deze zaak onder meer de volgende feiten vastgesteld.
a. [appellant] is van 1 januari 1975 tot 1 november 1987 in dienst geweest bij Stichting Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (hierna: het CIMK).
b. Vanaf 1 januari 1978 heeft [appellant] pensioen opgebouwd volgens de zogenaamde GOA-regeling, waarbij hij recht verwierf op toeslagen op zijn pensioenaanspraken.
c. Op 27 februari 1987 is het Toeslagfonds opgericht dat vanaf 1 januari 1991 het voor de toeslagen bestemde vermogen ging beheren.
d. Het Reglement Toeslagfonds Pensioenen (hierna: het Reglement) bepaalt, voor zover van belang:
1. Indien de middelen van de Stichting Toeslagfonds toereikend zijn, worden op de pensioenen en pensioenaanspraken, zoals bedoeld in Artikel 2., aanvullingen toegekend. Via deze aanvullingen worden de pensioenen en pensioenaanspraken, met inbegrip van eventuele eerder toegekende aanvullingen, per de eerste dag van een kalenderjaar verhoogd met het percentage waarmede het prijsindexcijfer van de laatste verschenen maand oktober is verhoogd ten opzichte van het prijsindexcijfer van de maand oktober van het voorafgaande jaar.
Het in Artikel 3. bedoelde prijsindexcijfer is het prijsindexcijfer van de gezins-consumptie, reeks voor werknemersgezinnen, als berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en gepubliceerd in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bij het vervallen van dit prijsindexcijfer of bij wijziging in de berekening daarvan zal de wijze van berekening van de aanvullingen naar billijkheid worden aangepast.
Indien in enig jaar de middelen van de Stichting Toeslagfonds niet toereikend zijn om tot uitkering van de maximale toeslagen als bedoeld in Artikel 3. over te gaan, worden deze toeslagen met eenzelfde percentage zodanig verminderd, dat de som ervan overeenkomt met de beschikbare middelen.
De in enig volgend jaar beschikbare middelen zullen eerst worden aangewend om de achterstand ten aanzien van de maximale uitkering van vorige jaren weg te nemen, voordat tot uitkering van verdere toeslagen wordt overgegaan, hetzij aan degenen, welke reeds toeslagen genieten, hetzij aan nieuwe categorieën gepensioneerden.
Deze regelen gelden tot 1 januari 1995 en vervolgens steeds voor een periode van vijf jaren, tenzij het Bestuur van de Stichting Toeslagfonds tussentijds (…) tot wijziging overgaat. In het bijzonder geldt dit indien gedurende een ruime periode (meer dan twee jaren) de ontwikkeling van de lonen de prijsontwikkeling aanzienlijk overtreft.
e. Bij brief van 10 december 1992 heeft [X], administrateur van het Toeslagfonds, namens het CIMK de GOA-werknemers geïnformeerd over het nieuwe reglement pensioenen. Daarbij is vermeld dat het reglement een andere redactie kent, onder meer omdat “
het Bestuur niet langer de beslissing neemt omtrent het verlenen van toeslagen en de omvang daarvan”.
f
.Per 1 januari 1996 zijn de werknemers van het CIMK in dienst getreden van IMK Nederland B.V. (hierna: IMK). De pensioenopbouw van deze werknemers is overgegaan naar de Stichting Federatief Pensioen. Hierdoor traden alle actieve deelnemers aan de GOA-pensioenregeling uit. Het deelnemersbestand van het Toeslagfonds bestond vanaf dat moment uitsluitend uit de zogenoemde slapers en gepensioneerden.
g. Het Toeslagfonds heeft in dit verband [appellant] bij brief van 15 april 1997 het volgende meegedeeld:
“Per 1 januari 1996 is voor alle medewerkers van de IMK organisatie een CAO van kracht geworden, waarin ook pensioenregeling is opgenomen die op enkele punten afwijkt van de regeling zoals die destijds bij het CIMK is overeengekomen. De belangrijkste afwijking is dat de pensioenen van alle medewerkers zijn ondergebracht (…) of (overgedragen) aan een nieuwe pensioenverzekeringsmaatschappij. In de nieuwe pensioen-regeling, die dus alleen geldt voor alle medewerkers die op 1 januari 1996 nog daadwerkelijk in dienst van het IMK zijn is binnen de regeling een voorziening getroffen voor indexering van pensioenaanspraken.
Op grond van deze laatste ontwikkeling en gegeven de al gunstige vermogenspositie van het Fonds heeft het bestuur van de Stichting Toeslagfonds pensioenen CIMK
na daarover advies te hebben gevraagd aan de actuaris en de accountant besloten om de overwaarde die nu in het Fonds zit terug te storten aan degene die verantwoorde-lijk zijn of waren voor de financiële voeding van het Fonds. In feite dus de werkgever en de werknemers.
Per eind 1996 bedroeg het totale vermogen van het Fonds ca. f. 25,0 miljoen. Daar komt in de komende jaren nog eens ongeveer f. 4,7 miljoen bij door de overrentedeling dat van de zijde van Nationale Nederlanden wordt verkregen. Om alle lopende verplichtingen te kunnen voldoen heeft het Fonds nu f. 15,9 miljoen nodig zodat 13,8 miljoen kan worden teruggestort.
Concreet betekent dit dat het Bestuur van het Toeslagfonds op 13 november 1996 heeft besloten op basis van eerder genoemde uitgangspunten f.10,5 miljoen terug te storten aan het IMK als werkgever en f. 3,3 miljoen te bestemmen voor extra pensioenuitkeringen voor de werknemers (de deelnemers) in het fonds. Het bestuur
heeft daarbij aangegeven dat het laatstgenoemde bedrag bestemd zal worden voor het ophogen van de bestaande pensioenvoorzieningen van degenen, die
. reeds pensioen genieten
. het IMK hebben verlaten en later een beroep zullen doen op het Toeslagfonds
(de zgn slapers)
. als ex-GOA medewerkers nog in dienst van het IMK zijn.”
h. De Vereniging Belanghebbenden Stichting Toeslagfonds Pensioenen (hierna: de Vereniging Belanghebbenden) heeft in kort geding gevorderd dat het Toeslagfonds zich van de deelliquidatie zou onthouden en zou worden veroordeeld tot het verstrekken van nadere informatie. Deze vorderingen zijn bij vonnis van 14 mei 1998 afgewezen. De Vereniging Belanghebbenden heeft vervolgens een bodemprocedure aanhangig gemaakt die in 2003 is gestaakt.
i. Het IMK is op 19 januari 1999 in staat van faillissement verklaard.
j. [appellant] ontvangt sinds 1 februari 2007 een ouderdomspensioen uit hoofde van zijn voormalige dienstverband bij het CIMK.
k. Het Toeslagfonds heeft [appellant] desgevraagd bij brief van 21 februari 2007 een overzicht verstrekt van zijn pensioenaanspraken en de indexaties die voor hem van toepassing zijn. Daarbij is vermeld dat de indexaties vanaf 2004 tot en met 2007 werden vastgesteld op twee procent. Het Toeslagfonds heeft [appellant] voorts laten weten dat deze indexaties nog niet door Nationale Nederlanden waren verwerkt, zodat zijn aanspraken nog met deze indexaties moeten worden verhoogd. Later is dit alsnog gebeurd.
l. Bij brieven van 21 december 2009 heeft het Toeslagfonds dewerknemersorganisa-ties De Unie en FNV Bondgenoten ervan op de hoogte gesteld dat zijn bestuur op 18 december 2009 een principebesluit tot opheffing van het Toeslagfonds had geno-men. Daarbij is tevens meegedeeld dat het Toeslagfonds had besloten de reserve voor de pensioenaanspraken volledig bij een pensioenverzekeringsmaatschappij onder te brengen voor het inkopen van een ‘vaste klim’ van de pensioenaanspraken.
m. [appellant] heeft zich bij brief van 28 januari 2010 jegens het Toeslagfonds op het standpunt gesteld dat hij over de jaren 2007 tot en met 2009 een te lage toeslag op zijn pensioen heeft ontvangen omdat hij recht heeft op betaling van een volledige indexatie over deze jaren overeenkomstig de verhoging van de prijsindexcijfers. Daarbij heeft hij aanspraak gemaakt op het resterende deel aan toeslag.
n. Het Toeslagfonds is niet tot betaling overgegaan.