Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
- tot verlof om andere luchtvaartondernemingen in vrijwaring op te roepen,
- tot aanhouding van de onderhavige zaak totdat het besluit van de Europese Commissie onherroepelijk is geworden, althans het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) een prejudiciële beslissing heeft gegeven over de geldigheid van dat besluit,
- tot aanhouding van de onderhavige zaak op de voet van artikel 28 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (de Brussel I Verordening) totdat in een vergelijkbare procedure tussen meerdere eisers tegen BA, die aanhangig is in Groot-Brittannië, onherroepelijk zal zijn beslist.
litigation fundingen de kwalificatie van EWD als
litigation vehicleof claimvehikel, in aanmerking genomen dat EWD op commerciële basis de aanspraken op schadevergoeding van diverse benadeelde ondernemingen probeert te verzilveren. Hetgeen KLM en Air France daarover hebben opgemerkt, rechtvaardigt vooralsnog niet de conclusie dat in het onderhavige geval sprake is van misbruik van (proces)recht door EWD of van een anderszins ontoelaatbare gedragingen van EWD in het kader van het verkrijgen van schadevergoeding. Ook daarin is dan ook thans geen grond gelegen voor een andere beslissing dan in de zaak met zaaknummer 200.109.253/01 of om nadere eisen aan EWD te stellen in het kader van de goede procesorde of ter bescherming van de belangen van KLM c.s. en/of de ondernemingen van wie EWD de rechten overgedragen heeft gekregen.