Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze tuchtprocedure heeft klaagster de notaris verweten dat hij onduidelijke, onjuiste en misleidende informatie heeft verstrekt over de doorberekening van notariskosten aan de betrokken partijen. De klacht van klaagster was gericht tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in Amsterdam, die op 11 maart 2014 de klacht gegrond had verklaard en de notaris had berispt. De notaris heeft op 7 april 2014 hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Tijdens de behandeling van de zaak op 10 juli 2014 heeft klaagster, vergezeld van haar echtgenoot, haar standpunt toegelicht aan het hof. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken van het geding en de feiten zoals vastgesteld door de kamer. Klaagster had als legitimaris aanspraak gemaakt op een deel van de nalatenschap van haar overleden moeder, maar was door haar broers als erfgenaam uitgesloten. De notaris had de broers geadviseerd en de kosten voor zijn diensten aan hen in rekening gebracht. Klaagster heeft de notaris verweten dat hij haar niet correct had geïnformeerd over de kosten en dat deze ten onrechte aan haar in rekening waren gebracht. Het hof heeft geoordeeld dat de notaris niet onjuist of misleidend heeft gehandeld en dat er geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is vastgesteld. De klacht van klaagster is ongegrond verklaard en de beslissing van de kamer is vernietigd.